Social Media

Zondag 1 mei 2022 – 3e Zondag van Pasen

Geplaatst op: 27-04-2022

1e lezing: Hand.5,27b‑32.40b‑41  
2e lezing: Apok.5,11‑14  
Evangelie: Joh.21,1‑19 of:1‑14  

 

Jezus niet over het hoofd zien

Het aantal kerkbetrokken christenen neemt nog altijd af, maar het aantal bezoekers van kapelletjes blijft constant. Mensen blijven zoals in voorafgaande eeuwen zoeken naar het geheim van hun leven. Mensen blijven dus ook zoeken naar God. Mensen blijven dus zoeken, maar velen met de overtuiging: in de Kerk als vierende gemeenschap zoek je tevergeefs. Hoe kan zoiets doorbroken worden? Een moeilijke vraag waarop niet direct een passend antwoord te geven is. Misschien dat het evangelie van deze zondag ons 'kerkende christenen' een richting aangeeft, waardoor wij in ieder geval vastberaden kunnen doorgaan op onze zoektocht binnen de Kerk.

Het evangelie verhaalt ons het leven van de eerste Kerk vlak na Jezus' lijden, dood en verrijzenis. De leerlingen voelen zich alleen gelaten. Het lijden en de dood van Christus heeft hun enthousiasme als het ware lamgeslagen. Was dat nu de Meester die hun zoveel kracht had gegeven om met Hem de Blijde Boodschap te verkondigen? En tegelijkertijd wordt hun eigen geweten gekweld vanwege eigen menselijke zwakheid. Het verraad van Judas, Petrus’ verloochening. Zij voelen zich alleen. En alleen gelaten, willen zij hun oude vissersberoep weer oppakken. "Simon Petrus zei tot hen: ‘Ik ga vissen.’ Zij antwoordden: 'Dan gaan wij mee’.” 

Zo zijn ook veel christenen vandaag de dag opnieuw ‘gewoon aan het werk’. Het oude christelijke westen is het gevoel voor Jezus' aanwezigheid in haar midden kwijt. Ook hier wordt teruggegrepen op gewoontes die men voorheen deed. Wij kunnen daarbij denken aan het oud-Germaanse lichtfeest met Kerst: hoe meer de kracht van het kerkelijk kerstfeest verdwijnt, des te groter wordt de aandacht voor dennenbomen en lichtjes. En wat dacht u van de paashazen en paaseieren rond Pasen? De leerlingen pakken dus hun oude gewoonte van het vissen weer op. Zij grijpen terug op eigen vakmanschap en kracht en willen zo verder gaan. Maar, zo zegt het evangelie: hun nachtelijke vangst leverde niets op. Misschien is dat ook de situatie, waarin wij ons in Europa bevinden. Velen proberen met eigen inzichten, desnoods zonder de Heer het zaakje draaiende te houden. "Zij gingen dus op weg en klommen in de boot maar ze vingen die nacht niets."

Maar dan is er gelukkig opnieuw de Heer, die hen oproept het net aan de andere kant uit te gooien. Hadden zij die woorden niet al eens eerder gehoord? En dit bekend-zijn met Jezus' woorden brengt een doorbraak tot stand. Hopelijk dat menig bezoekje aan een kapelletje hetzelfde effect mag hebben. Nadat zij Jezus’ opdracht vervuld hadden, "waren zij niet meer bij machte het net op te halen vanwege de grote hoeveelheid vissen." De leerlingen zijn opnieuw van kleine zelfstandigen omgevormd tot Jezus' leerlingen: alleen Hij geeft vruchtbaarheid en succes.

Maar aan het eind valt nog iets op. Zij worden door Jezus teruggebracht naar de Kerk, die Hij zelf gesticht heeft. En het klinkt misschien vreemd: het houtskoolvuurtje brengt de leerlingen terug naar de Kerk. De Kerk, waarin zijzelf en ook velen vandaag de dag zich alleen voelen en waarom: omdat zij Jezus in die Kerk over het hoofd zien. Jezus brengt de leerlingen en met name Petrus terug naar het houtskoolvuur. Was bij zo'n houtskoolvuurtje Petrus’ zwakheid niet tastbaar geworden? Het was bij eenzelfde houtskoolvuur dat Petrus zei: "Ik ken die Jezus niet." En vandaag wordt hij, opnieuw bij een houtskoolvuur, aangesteld tot hoofd van de Kerk. Maar nu weet hij: Jezus is van de partij. Hij die door zijn levensoffer aan iedereen telkens opnieuw een kans geeft. En dit besef van Christus’ barmhartige aanwezigheid in die menselijke Kerk zal Petrus maken tot een vruchtbaar werker in Gods wijngaard. Moge deze Eucharistie, moge het besef van Christus’ aanwezigheid ons geven, dat ook wij die Kerk van Christus durven zijn.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie